Vier lidstaten die deel uitmaken van de eurozone (Griekenland, Duitsland, Frankrijk en Italië) en zeven landen die niet tot de eurozone behoren (Tsjechië, Cyprus, Hongarije, Malta, Polen, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk) hadden daarentegen een tekort dat boven de referentiewaarde van 3% van het BBP lag.
Dagegen lag das Defizit in vier Ländern des Euro-Gebiets (Griechenland, Deutschland, Frankreich, Italien) und sieben Ländern, die dem Euro-Gebiet nicht angehören (Tschechische Republik, Zypern, Ungarn, Malta, Polen, Slowakei und das Vereinigt Königreich), oberhalb des Referenzwertes von 3 % des BIP.