Traduction de «vigerende verordening bevat geen duidelijke bepalingen » (Néerlandais → Allemand) :

Deze verordening bevat geen specifieke bepalingen over de planning van controles of de manier waarop controles moeten worden uitgevoerd.
Die Verordnung enthält keine speziellen Vorschriften für die Planung der Kontrollen oder dafür, wie die Kontrollen durchzuführen sind.

De vigerende verordening bevat geen duidelijke bepalingen inzake behoorlijk bestuur.
Die derzeitige Verordnung enthält keine klaren Vorschriften zur ordnungsgemäßen Verwaltung.

I. overwegende dat de vigerende Verordening (EG) nr. 1049/2001 op verscheidene belangrijke punten geen heldere definities geeft, zoals het vetorecht van de lidstaten en de inperkingen van de „ruimte om na te denken”, en evenmin een duidelijke afbakening van de uitzonderingen, de rubricering van documenten en het evenwicht tussen openheid en gegevensbescherming,
I. in der Erwägung, dass die derzeitige Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 keine eindeutigen Definitionen wichtiger Fragen wie Vetorecht der Mitgliedstaaten, Einschränkungen des „Schutzes der Vertraulichkeit“, klare und enggefasste Definition der Ausnahmen, Klassifizierung von Dokumenten und Gleichgewicht zwischen Transparenz und Datenschutz enthält,

Het voorstel voor een verordening van de Raad bevat geen nieuwe bepalingen over de uitvoer en het verzenden van producten die onder de specifieke voorzieningsregeling vallen.
Der Verordnungsentwurf des Rates enthält keine neuen Bestimmungen zum Export und Versand von Erzeugnissen, die in den Genuss der besonderen Versorgungsregelung gekommen sind.

Het Verdrag bevat geen andere bepalingen dan die van artikel 308 voor de vaststelling van deze verordening,
Der Vertrag enthält Befugnisse für die Annahme dieser Verordnung nur in Artikel 308 —

(2) Verordening (EG) nr. 2222/2000 van de Commissie(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2252/2001(4), bevat geen specifieke bepalingen betreffende het beheer van de steun als die steun verband houdt met een buitengewone natuurramp.
(2) Die Verordnung (EG) Nr. 2222/2000 der Kommission(3), geändert durch die Verordnung (EG) Nr. 2252/2001(4), enthält keine speziellen Bestimmungen über die Verwaltung der Finanzhilfe, wenn die Gewährung dieser Finanzhilfe mit einer außergewöhnlichen Naturkatastrophe in Zusammenhang steht.

29. verwerpt de gemeenschappelijke intentieverklaring, die een gedragscode voor de uitwisseling van informatie tussen OLAF en de Commissie bevat, daar deze in strijd is met de vigerende verordening en derhalve met de bevoegdheden van OLAF; is van mening dat de bepalingen inzake de toezending van informatie wellicht in verband met een gewijzigde verordening herzien moet worden; dringt erop aan dat de kennisgeving aan OLAF overeenkomstig artikel 2 van het standaardbesluit in het statuut wordt opgenomen; dringt erop aan dat het hoofd van OLAF de inhoud van die informatie bepaalt en daarbij als criteria hanteert de bescherming van de rechten van de betrokken personen, de behoefte aan uitvoering van een effectief en efficiënt onderzoek en de noodzaak om de EU-instellingen in de toekomst te beschermen tegen eventuele financiële verliezen; verzoekt de Commissie en OLAF na te gaan of het wellicht zinvol is om de post van vertrouwensadvocaat te creëren; is van mening dat de EU-instellingen onafhankelijk bepalingen moeten vaststellen inzake de wijze waarop zij met informatie van OLAF omgaan;
29. lehnt den Entwurf einer Vereinbarung über Verhaltensmaßnahmen zur Gewährleistung eines Informationsaustauschs zwischen Kommission und OLAF ab, da er gegen die geltende Verordnung und damit gegen den Auftrag von OLAF verstößt; vertritt die Auffassung, dass die Bestimmungen über die Weiterleitung von Informationen gegebenenfalls im Zusammenhang mit einer überarbeiteten Verordnung überprüft werden sollten; besteht darauf, dass die Unterrichtung von OLAF gemäß Artikel 2 des Standardbeschlusses im Statut festgeschrieben wird; fordert nachdrücklich, dass der Direktor von OLAF über den Inhalt der Informationen entscheiden sollte, und zwar unter Berücksichtigung der Kriterien des Schutzes der Rechte der betroffenen Person, der Notwendigkeit der Durchführung einer effektiven und effizienten Untersuchung und der Notwendigkeit eines Schutzes der EU-Institutionen vor künftigen finanziellen Verlusten; fordert die Kommission und OLAF auf zu prüfen, ob es sinnvoll sein könnte, die Position eines Vertrauensanwalts zu schaffen; vertritt die Auffassung, dass jede EU-Institution Regeln dafür festlegen sollte, wie sie mit Informationen, die sie von OLAF erhält, verfährt, wobei sie auf die Einhaltung dieser Kriterien achten sollte;

28. verwerpt de gemeenschappelijke intentieverklaring, die een gedragscode voor de uitwisseling van informatie tussen OLAF en de Commissie bevat, daar deze in strijd is met de vigerende verordening en derhalve met de bevoegdheden van OLAF; is van mening dat de bepalingen inzake de toezending van informatie wellicht in verband met een gewijzigde verordening herzien moet worden; dringt erop aan dat de kennisgeving aan OLAF overeenkomstig artikel 2 van het standaardbesluit in het statuut wordt opgenomen; dringt erop aan dat het hoofd van OLAF de inhoud van die informatie bepaalt en daarbij als criteria hanteert de bescherming van de rechten van de betrokken personen, de behoefte aan uitvoering van een effectief en efficiënt onderzoek en de noodzaak om de EU-instellingen in de toekomst te beschermen tegen eventuele financiële verliezen; verzoekt de Commissie en OLAF na te gaan of het wellicht zinvol is om de post van vertrouwensadvocaat te creëren; is van mening dat de EU-instellingen onafhankelijk bepalingen moeten vaststellen inzake de wijze waarop zij met informatie van OLAF omgaan;
28. lehnt den Entwurf einer Vereinbarung über Verhaltensmaßnahmen zur Gewährleistung eines Informationsaustauschs zwischen Kommission und OLAF ab, da er gegen die geltende Verordnung und damit gegen den Auftrag von OLAF verstößt; vertritt die Auffassung, dass die Bestimmungen über die Weiterleitung von Informationen gegebenenfalls im Zusammenhang mit einer überarbeiteten Verordnung überprüft werden sollten; besteht darauf, dass die Unterrichtung von OLAF gemäß Artikel 2 des Standardbeschlusses im Statut festgeschrieben wird; fordert nachdrücklich, dass der Direktor von OLAF über den Inhalt der Informationen entscheiden sollte, und zwar unter Berücksichtigung der Kriterien des Schutzes der Rechte der betroffenen Person, der Notwendigkeit der Durchführung einer effektiven und effizienten Untersuchung und der Notwendigkeit eines Schutzes der EU-Institutionen vor künftigen finanziellen Verlusten; fordert die Kommission und OLAF auf zu prüfen, ob es sinnvoll sein könnte, die Position eines Vertrauensanwalts zu schaffen; vertritt die Auffassung, dass jede EU-Institution Regeln dafür festlegen sollte, wie sie mit Informationen, die sie von OLAF erhält, verfährt, wobei sie auf die Einhaltung dieser Kriterien achten sollte;

Het Hof beklemtoont evenwel dat het gemeenschapsrecht, inzodnerheid verordening nr. 1612/68 van de Raad betreffende het vrije verkeer van werknemers, enkel betrekking heeft op het vrije verkeer binnen de Gemeenschap en geen bepalingen bevat ten aanzien van de rechten betreffende de toegang tot het grondgebied van de Gemeenschap van een onderdaan van een derde land die gehuwd is met een burger van de Unie.
Der Gerichtshof weist jedoch darauf hin, dass das Gemeinschaftsrecht, nämlich die Verordnung Nr. 1612/68 des Rates über die Freizügigkeit der Arbeitnehmer, nur die Freizügigkeit innerhalb der Gemeinschaft betrifft und nichts über das Bestehen von Rechten von einem mit einem Unionsbürger verheirateten Drittstaatsangehörigen im Hinblick auf den Zugang zum Gemeinschaftsgebiet sagt.

Hoewel de Raad deze conclusies reeds lang geleden heeft aangenomen, bevat de huidige verordening geen bepalingen inzake dergelijke overdrachten van vangstmogelijkheden uit hoofde van de visserijovereenkomsten, met name uit hoofde van de visserijovereenkomsten met de Faeröer, Groenland, IJsland, Estland, Letland, Litouwen en Noorwegen.
Sie weist darauf hin, dass die vorliegende Verordnung keine Bestimmungen für derartige Übertragungen von Fangmöglichkeiten in den Gewässern der Färöer-Inseln, Grönlands, Islands, Lettlands, Estlands, Litauens und Norwegens enthält, obwohl die Annahme dieser Schlussfolgerungen durch den Rat bereits geraume Zeit zurückliegt.