Te dezen heeft het Hof, bij zijn voormelde arrest nr. 141/2015, vastgesteld dat de artikelen 1, § 1, en 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet « Airbag » onbestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre zij de personen die zijn gedomicilieerd of hun maatschappelijke zetel hebben in het Duitstalige gedeelte van het grondgebied van het Waalse Gewest van het toepassingsgebied ervan uitsluiten.
Im vorliegenden Fall hat der Gerichtshof in seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 141/2015 die Unvereinbarkeit der Artikel 1 § 1 und 3 Absatz 1 Nr. 1 Buchstabe a) und Nr. 2 Buchstabe a) des « Airbag-Dekrets » mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 § 1 VI Absatz 1 Nr. 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen festgestellt, indem sie die Personen, die ihren Wohn- oder Gesellschaftssitz im deutschsprachigen Teil des Gebietes der Wallonischen Region haben, aus ihrem Anwendungsbereich ausschließen.