De afwezigheid van visserijhavens die toegankelijk zijn voor industriële vaartuigen en van bedrijven die er de vangsten van deze vaartuigen kunnen verwerken heeft ervoor gezorgd dat het vooral de buurlanden zijn die hun voordeel doen bij de aankopen van goederen en diensten door schepen die een haven aandoen.
Da es keine von der industriellen Flotte nutzbaren Fischereihäfen und auch keine Industrie gibt, die deren Fänge verarbeiten könnte, erfolgte der Kauf von Gütern und Dienstleistungen im Rahmen des Anlaufens von Zwischenhäfen in den Nachbarländern, kam also Letzteren zugute.