3. is van mening dat vangstmethoden sterk van elkaar kunnen verschillen en dat het daarom van het grootste belang is bij de visserijregelgeving maatwerk af te leveren om de omvang van de teruggooi
in elke specifieke visserijtak drastisch te verminderen; is niettemin van oordeel dat de bijvangstquota nooit meer dan 25% mogen beslaan en stelt voor dat er automatisch een vang
stverbod van kracht wordt als dit percentage bij een bep
aalde vangstmethode overschreden wordt; ...[+++]
3. ist der Auffassung, dass es in Anbetracht der großen Unterschiede zwischen den verschiedenen Fischereien von größter Bedeutung ist, dass die Befischungsvorschriften maßgeschneidert sind, damit in jeder einzelnen Fischerei die Menge der zurückgeworfenen Fische erheblich reduziert werden kann; ist jedoch der Meinung, dass die Beifangquoten keinesfalls 25 % übersteigen dürfen, und schlägt vor, dass automatisch ein Fangverbot in Kraft treten sollte, wenn bei einer Fischart diese Beifangquote überschritten wird;