ofwel, de knollen van oorsprong zijn van een productieplaats die bij een jaarlijks onderzoek op grond van een visuele controle, op daartoe geschikte tijdstippen, van gastheerplanten, alsmede een visuele controle, onmiddellijk na de oogst van de op die productieplaats geteelde aardappelen, van zowel hele als doorgesneden knollen, vrij is bevonden van Meloidogyne chitwoodi Golden et al (alle populaties) en Meloidogyne fallax Karssen, of
die Knollen entweder von einem Erzeugungsort stammen, der sich bei einer jährlichen Untersuchung der Wirtskulturen durch visuelle Inspektion der Wirtspflanzen zu geeigneten Zeitpunkten und durch visuelle Inspektion sowohl äußerlich als auch bei Aufschneiden der Knollen von den am Erzeugungsort wachsenden Kartoffeln nach der Ernte als frei von Meloidogyne chitwoodi Golden et al (alle Populationen) und Meloidogyne fallax Karssen erwiesen hat, oder