9. wijst erop dat de Rekenkamer in haar nota over de terzijdestellingen van visumweigeringen van de Financieel Controleurs van de instellingen voor 1999 overeenkomstig artikel 39, lid 3 van het Financieel Reglement, opmerkingen heeft bij de gevallen nrs. 99/7 en 99/9 die betrekking hebben op het Europees Parlement, zonder hierbij rekening te houden met de argumenten op grond waarvan het Bureau heeft beslist deze visumweigeringen naast zich neer te leggen; merkt op dat het OLAF heeft gevraagd een onderzoek hiernaar in te stellen en dat het nog op de resultaten van dit onderzoek wacht;
9. verweist darauf, dass der Rechnungshof in seiner Mitteilung zu den Beschlüssen betreffend die Hinwegsetzung über die Sichtvermerksverweigerungen der Finanzkontrolleure der Organe für das Jahr 1999 gemäß Artikel 39 Absatz 3 der Haushaltsordnung auf die das Parlament betreffenden Fälle 99/7 und 99/9 eingeht, ohne im Geringsten die Argumente zu berücksichtigen, auf deren Grundlage das Präsidium beschlossen hat, sich über die betreffenden Sichtvermerksverweigerungen hinwegzusetzen; merkt an, dass OLAF aufgefordert wurde, diese Angelegenheit zu untersuchen, und erwartet dessen Schlussfolgerungen;
