Schendt artikel 2.6.2, § 2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat en de Gewesten inzake het gerechtelijk recht, doordat het de eiser die niet binnen de zes maanden na de inleiding van de zaak de gevraagde staat ter griffie neerlegt, sanctioneert met het verval van het recht op planschadevergoeding ?
Verstösst Artikel 2.6.2 § 2 Absatz 3 des Flämischen Raumordnungskodex gegen die durch die Verfassung oder kraft derselben zur Bestimmung der jeweiligen Zuständigkeiten von Staat, Gemeinschaften und Regionen festgelegten Vorschriften in Bezug auf das Gerichtsverfahrensrecht, indem er dem Kläger, der nicht innerhalb von sechs Monaten nach der Einleitung des Verfahrens die verlangte Aufstellung bei der Kanzlei hinterlegt, den Verlust des Rechts auf Entschädigung für Planschäden als Sanktion auferlegt?