3. Wanneer, bij toepassing van de leden 1 en 2, producten van oorsprong in twee of meer van de in deze leden bedoelde landen of in de Gemeenschap zijn verkregen, worden ze geacht van oorsprong te zijn uit de staat of de Gemeenschap waar de laatste be- of verwerking heeft plaatsgevonden, voorzover deze meer inhoudt dan de in artikel 8 genoemde be- of verwerkingen.
(3) Wenn Ursprungserzeugnisse gemäß den Absätzen 1 und 2 in zwei oder mehr der dort genannten Staaten oder in der Gemeinschaft hergestellt worden sind, gelten sie je nachdem, wo die letzte Be- oder Verarbeitung stattgefunden hat, als Ursprungserzeugnisse des betreffenden Staates oder der Gemeinschaft, sofern diese Be- oder Verarbeitung über die Behandlungen im Sinne des Artikels 8 hinausgeht.