5. benadrukt nogmaals het belang van het universele karakter van de universele periodieke doorlichting (UPR) om tot een volledig inzicht te komen in de mensenrech
tensituatie in alle VN-lidstaten, en spreekt andermaal zijn steun uit voor de tweede doorlichtingscyclus die gericht is op de tenuitvoerlegging van de geduren
de de eerste cyclus aanvaarde aanbevelingen; dringt er echter opnieuw op aan dat de aanbevelingen die door sommige landen niet werden aanvaard gedurende de eerste cyclus bij de voortzetting van het UPR-proces worden her
...[+++]overwogen;
5. bekräftigt, dass die allgemeine regelmäßige Überprüfung allgemeingültig sein muss, um die Menschenrechtslage in allen Mitgliedstaaten der Vereinten Nationen umfassend beurteilen zu können, und bekräftigt seine Unterstützung für den zweiten Zyklus der Überprüfung, in dessen Mittelpunkt besonders die Umsetzung der im ersten Zyklus akzeptierten Empfehlungen steht; fordert jedoch erneut, dass die Empfehlungen, die während des ersten Zyklus von den Staaten nicht akzeptiert wurden, im Zuge der Fortsetzung des Prozesses der allgemeinen regelmäßigen Überprüfung nochmals behandelt werden;