In e
en eerste onderdeel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalin
g een discriminatie creëert onder asielzoekers naargelang het land waarvan zij afkomstig zijn al dan niet een veilig land van herkomst is, in de zin van de bestreden bepaling : in het eerste geval doet deze op hen een vermoeden wegen volgens hetwelk zij geen gegronde vrees hebben voor vervolging in de zin van het Internationaal Verdrag betreffende de status van vluchtelingen
ondertekend te G
...[+++]enève op 28 juli 1951, noch om ernstige schade te lijden, zoals bedoeld in de artikelen 48/3 en 48/4 van de wet van 15 december 1980; dat vermoeden leidt tot een verzwaring van de bewijslast, die niet aan de andere asielzoekers wordt opgelegd.In einem ersten Teil führen die klagenden Parteien an, die angefochtene Bestimmung führe eine Diskriminierung zwischen Asylsuchenden ein, je nachdem, ob ihr Herkunftsland ein sicheres Herkunftsland im Sinne der angefocht
enen Bestimmung sei oder nicht; im ersteren Fall schaffe diese eine Vermutung, wonach sie keine begründete Befürchtung hätten, verfolgt zu werden im Sinne des am 28. Juli 1951 in Genf unterschriebenen Internationalen Abkommens über die Rechtsstellung der Flüchtlinge, oder ernsthafte Schäden zu erleiden wie diejenigen im Sinne der Artikel 48/3 und 48/4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980; diese Vermutung führe zu einer Er
...[+++]schwerung der Beweislast, die den anderen Asylsuchenden nicht auferlegt werde.