De verzoekende partijen voeren nergens grieven aan tegen het feit dat de regeling inzake tijdelijke projecten niet van toepassing is op de erkende scholen maar enkel op de gesubsidieerde en gefinancierde scholen, noch ten aanzien van de overtredingen voorzien in artikel 177, noch ten aanzien van de artikelen 163 tot en met 165, althans voor zover zij een schending aanvoeren van artikel 24, § 1, van de Grondwet.
Die klagenden Parteien führten nirgends Beschwerden dagegen an, dass die Regelung bezüglich zeitlich begrenzter Projekte nicht auf die anerkannten Schulen Anwendung finde, sondern lediglich auf die subventionierten und finanzierten Schulen, weder hinsichtlich der in Artikel 177 genannten Übertretungen noch hinsichtlich der Artikel 163 bis 165, zumindest insofern sie einen Verstoss gegen Artikel 24 § 1 der Verfassung anführten.
