Behoudens onder c) mogen de lidstaten bepalen dat de in deze titel bedoelde agentschappen en bijkantoren die op de voor hen geldende datum als bedoeld in artikel 18, lid 3, deze twee werkzaamheden op het grondgebied van een lidstaat gelijktijdig uitoefenden, deze daar kunnen blijven uitoefenen, mits zij overeenkomstig artikel 19 een gescheiden beheer voeren voor elk van deze werkzaamheden.
Vorbehaltlich des Buchstabens c) können die Mitgliedstaaten vorsehen, dass die zu den in Artikel 18 Absatz 3 genannten Zeitpunkten unter diesen Titel fallenden Agenturen und Zweigniederlassungen, die im Hoheitsgebiet eines Mitgliedstaats diese beiden Tätigkeiten zugleich ausübten, dies dort auch weiterhin tun, sofern sie gemäß Artikel 19 für jede dieser Tätigkeiten eine getrennte Verwaltung einrichten.