Dergelijke voorzieningen moeten zo zijn ontworpen dat ze kunnen worden ingetrokken wanneer het voertuig stilstaat, zodat de maximaal toegestane breedte niet wordt overschreden en zij geen nadelige invloed hebben op de bruikbaarheid van het voertuig voor intermodaal vervoer.
Solche Einrichtungen müssen derart konstruiert sein, dass sie bei einem Stillstand des Fahrzeugs so einziehbar sind, dass die höchstzulässige Breite nicht überschritten wird und sie die Möglichkeit, das Fahrzeug für intermodalen Verkehr zu verwenden, nicht beeinträchtigen.