Wordt beschouwd als een goed dat dient voor de behoeften van het huishouden van de importeur, het voertuig dat door een gezinslid van deze importeur, te weten een persoon die bij hem inwoont of die in hoofdzaak te zijnen laste komt, om niet wordt gebruikt; het staat aan de nationale rechter dit na te gaan. Voornoemde vrijstelling gaat niet verloren door dit gebruik.
Der Personenkraftwagen, der von einem Familienangehörigen dieses Einführers, d. h. einer Person, die mit ihm in häuslicher Gemeinschaft lebt oder deren Unterhalt überwiegend von ihm bestritten wird, was das nationale Gericht zu prüfen hat, unentgeltlich genutzt wird, wird als für den Haushalt des Einführers bestimmt angesehen, und diese Nutzung führt nicht zum Verlust der Vergünstigung der Befreiung.