Vertaling van "voertuigdeel of uitrustingsstuk " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

uitrustingsstuk
Ausrüstungsgegenstand

los uitrustingsstuk
bewegliches Gerät | loses Gerät

uitrustingsstuk
Ausrüstung

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

3. Als het voertuig, het systeem, het onderdeel of de technische eenheid, of voertuigdeel of uitrustingsstuk een ernstig risico vormt, brengen de distributeurs de fabrikant, de importeur en de goedkeuringsinstanties en de markttoezichtautoriteiten van de lidstaten waarin zij het voertuig, systeem of onderdeel of de technische eenheid, of onderdeel of uitrustingsstuk op de markt hebben aangeboden, onmiddellijk op de hoogte.
(3) Wenn mit dem Fahrzeug, System, Bauteil, der selbstständigen technischen Einheit, dem Teil oder der Ausrüstung ein erhebliches Risiko verbunden ist, unterrichtet der Händler unverzüglich den Hersteller, den Einführer sowie die Genehmigungs- und Marktüberwachungsbehörden der Mitgliedstaaten, in denen er es/sie auf dem Markt bereitgestellt hat.

39. „in de handel brengen”: het voor het eerst aanbieden in de Unie van een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk;
„Inverkehrbringen“ die erstmalige Bereitstellung eines Fahrzeugs, eines Systems, eines Bauteils, einer selbstständigen technischen Einheit, eines Teils oder einer Ausrüstung in der Union;

40. „in het verkeer brengen”: het eerste gebruik in de Unie van een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk overeenkomstig het gebruiksdoel;
„Inbetriebnahme“ den erstmaligen bestimmungsgemäßen Einsatz eines Fahrzeugs, eines Systems, eines Bauteils, einer selbstständigen technischen Einheit, eines Teils oder einer Ausrüstung in der Union;

41. „importeur”: een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk uit een derde land in de handel brengt;
„Einführer“ jede in der Union ansässige natürliche oder juristische Person, die ein Fahrzeug, ein System, ein Bauteil, eine selbstständige technische Einheit, ein Teil oder eine Ausrüstung aus einem Drittstaat in Verkehr bringt;

42. „distributeur”: een andere natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen dan de fabrikant of de importeur, die een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk op de markt aanbiedt;
„Händler“ jede natürliche oder juristische Person in der Lieferkette, mit Ausnahme des Herstellers oder des Einführers, die ein Fahrzeug, ein System, ein Bauteil, eine selbstständige technische Einheit, ein Teil oder eine Ausrüstung auf dem Markt bereitstellt;

55) „op de markt aanbieden”: een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk leveren voor distributie of gebruik op de markt in het kader van een commerciële activiteit, ongeacht of dit tegen betaling dan wel gratis gebeurt.
„Bereitstellung auf dem Markt“ die entgeltliche oder unentgeltliche Abgabe eines Fahrzeugs, Systems, Bauteils, einer selbstständigen technischen Einheit, eines Teils oder einer Ausrüstung zum Vertrieb oder zur Verwendung auf dem Markt im Rahmen einer Geschäftstätigkeit.

54) „in de handel brengen”: een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk voor het eerst aanbieden in de Unie.
„Inverkehrbringen“ die erstmalige Bereitstellung eines Fahrzeugs, eines Systems, eines Bauteils, einer selbstständigen technischen Einheit, eines Teils oder einer Ausrüstung in der Union.

53) „in het verkeer brengen”: het eerste gebruik in de Unie van een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk overeenkomstig het gebruiksdoel.
„Inbetriebnahme“ den erstmaligen bestimmungsgemäßen Einsatz eines Fahrzeugs, eines Systems, eines Bauteils, einer selbstständigen technischen Einheit, eines Teils oder einer Ausrüstung in der Union.

49) „importeur”: een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk uit een derde land in de handel brengt.
„Einführer“ jede in der Union ansässige natürliche oder juristische Person, die ein Fahrzeug, System, Bauteil, eine selbstständige technische Einheit, ein Teil oder eine Ausrüstung aus einem Drittstaat in Verkehr bringt.

50) „distributeur”: een andere natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen dan de fabrikant of de importeur, die een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk op de markt aanbiedt.
„Händler“ jede natürliche oder juristische Person in der Lieferkette, mit Ausnahme des Herstellers oder des Einführers, die ein Fahrzeug, System, Bauteil, eine selbstständige technische Einheit, ein Teil oder eine Ausrüstung auf dem Markt bereitstellt.