(11) Voor het geval waarin gecontroleerde voertuigen ernstige gebreken vertonen, moet het mogelijk zijn dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het voertuig ingeschreven is of in het verkeer is gebracht, wordt verzocht de nodige maatregelen te nemen en dat de verzoekende lidstaat van eventuele verdere maatregelen op de hoogte wordt gehouden.
(11) Im Fall von schwerwiegenden Mängeln des kontrollierten Fahrzeugs muss es möglich sein, die zuständigen Behörden des Mitgliedstaates, in dem das betreffende Fahrzeug zugelassen ist oder in Verkehr gebracht wurde, zu ersuchen, geeignete Maßnahmen zu treffen und den ersuchenden Mitgliedstaat über etwaige Folgemaßnahmen zu unterrichten.