4.3.2.Bij remvoeringen die bestemd zijn voor gebruik op voertuigen van de categorieën M en N, vinden de remmingen plaats bij een aanvangsdraaisnelheid die gelijkwaardig is aan de snelheid welke is vermeld in punt 2.1.1.1.1 van bijlage II, en wordt de rem zodanig aangetrokken dat een gemiddeld moment wordt verkregen dat gelijk is aan de in dat punt voorgeschreven vertraging.
4.3.2 . Bei Bremsbelägen , die für die Verwendung an Fahrzeugen der Klassen M und N vorgesehen sind , müssen die Bremsungen bei einer Anfangsdrehzahl beginnen , die der in Absatz 2.1.1.1.1 des Anhangs II angegebenen entspricht , und die Bremse muß so betätigt werden , daß ein mittleres Drehmoment entsprechend der in diesem Absatz vorgeschriebenen Verzögerung erzielt wird .