Er wordt dus een rechtskader geschapen op grond waarvan de lidstaten de accijns kunnen invorderen bij de personen die bij het intracommunautaire verkeer betrokken zijn (artikel 7, lid 3); voorts zijn er bepalingen vastgesteld om ervoor te zorgen dat de aanvankelijk in de lidstaat van verkrijging voldane accijns wordt terugbetaald na de betaling van de accijns in de lidstaat van bestemming (artikel 7, lid 6, en artikel 10, lid 4).
Somit wird ein Rechtsrahmen geschaffen, der den Mitgliedstaaten die Möglichkeit gibt, die Verbrauchsteuer bei den an der innergemeinschaftlichen Beförderung beteiligten Personen zu erheben (Artikel 7 Absatz 3), und es wird außerdem festgelegt, dass die Verbrauchsteuer, die im Erwerbsmitgliedstaat gezahlt wurde, nach Zahlung der Verbrauchsteuer im Bestimmungsmitgliedstaat erstattet wird (Artikel 7 Absatz 6 und Artikel 10 Absatz 4).