De eerste prejudiciële vraag van de verwijzende rechter aan het Hof heeft betrekking op de bestaanbaarheid van het voormelde artikel 67ter, dat impliciet is gewijzigd bij artikel 5 van het Strafwetboek, met artikel 14 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre de definitie van de beoogde overtreding precisie zou missen en niet voldoende toegankelijk zou zijn voor de rechtzoekende.
Mit der ersten präjudiziellen Frage befragt der verweisende Richter den Hof bezüglich der Vereinbarkeit des obengenannten Artikels 67ter, der implizit durch Artikel 5 des Strafgesetzbuches abgeändert wurde, mit Artikel 14 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern die Definition der vorgesehenen Straftat nicht erläutert werde und dem Rechtsunterworfenen nicht ausreichend zugänglich sei.