6. erkent de inspanningen van de lidstaten met het oog op begrotingsconsolidatie; is evenwel van mening dat het algemene niveau van het komende MFK, zoals vastgesteld door de Europese Raad, ontoereikend is met het oog op de politieke doelstellingen van de EU en de noodzaak met de Europa 2020-strategie de gewenste resultaten te bereiken; is verontrust over het feit dat de middelen ontoereikend kunn
en blijken om de EU voldoende uit te rusten om op gecoördineerde wijze uit de huidige crisis te komen en sterker te worden; betreurt dat de lidstaten de bijdrage die de EU-begroting kan leveren aan de
...[+++] versterking van het economisch bestuur en de begrotingsconsolidatie in de gehele EU blijven onderschatten; vreest bovendien dat de lage maxima van het MFK de speelruimte van het Parlement in de jaarlijkse begrotingsprocedures aanzienlijk zullen beperken; 6. räumt ein, dass die Mitgliedstaaten ihre Haushalte konsolidieren müssen; vertritt allerdings die Auffassung, dass der vom Europäischen Rat beschlossene Gesamtmittelumfang des nächsten MFR in Anbetracht der politischen Ziele der EU und der notwendigen erfolgreichen Umsetzung der Strategie Europa 2020 nicht ausreicht; verleiht seiner Sorge Ausdruck, dass dieser Mittelumfang möglicherweise nicht genügt, um die EU mit den notwendigen Mitteln auszustatten, damit sie die gegenwärtige Krise koordiniert überwinden und gestärkt daraus hervorgehen kann; bedauert die Tatsache, dass die
Mitgliedstaaten die Rolle des EU-Haushalts und dessen Bei
...[+++]trag zur Stärkung der wirtschaftspolitischen Steuerung und finanzpolitischen Koordinierung in der gesamten EU weiterhin unterschätzen; befürchtet darüber hinaus, dass derartig niedrige MFR-Obergrenzen jeglichen Spielraum des Parlaments in den jährlichen Haushaltsverfahren erheblich einschränken werden; 
