7.2.1. Tijdens het kalibreren (voordat het voertuig in de proefruimte wordt gebracht) mag de veldsterkte bij ten minste 80 % van de meetfrequenties in de volgende punten niet minder dan 50 % van de nominale veldsterkte bedragen:
7.2.1. Während der Kalibrierung der Referenzfelder (bevor ein Fahrzeug in den Prüfraum gebracht wird), darf die Feldstärke in mindestens 80 % der Kalibrierschritte nicht weniger als 50 % der nominalen Feldstärke an folgenden Stellen betragen: