Volgens het eerste onderdeel van het vierde middel zouden de b
estreden bepalingen niet bestaanbaar zijn met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals gewaarborgd door de artikelen 10, 11 en 12, tweede lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre di
e bepalingen de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling een onbegrensde beoordelingsvrijheid zouden laten in het bepalen van de pla
...[+++]ats waar de zitting zal plaatsvinden. Laut dem ersten Teil des
vierten Klagegrunds seien die angefochtenen Bestimmungen nicht vereinbar mit dem Legalitätsprinzip in Strafsachen, so wie es durch die Artikel 10, 11 und 12 Absatz 2 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 5 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet werde, insofern durch die
se Bestimmungen der Ratskammer und der Anklagekammer eine unbegrenzte Beurteilungsfreiheit bei der Bestimmung d
...[+++]es Ortes, an dem die Sitzung stattfinden werde, überlassen werde.