Zowel uit de formulering van de eerste prejudiciële vraag als uit de motivering van de beslissing waarbij de zaak bij het Hof aanhangig is gemaakt, volgt dat de verwijzende rechter van oordeel is dat de handelingen en beslissingen van het auditoraat niet het voorwerp kunnen uitmaken van het beroep voor het Hof van Beroep te Brussel waarin artikel 75 van de WBEM voorziet.
Aus dem Wortlaut der ersten präjudiziellen Frage sowie aus der Begründung der Entscheidung, durch die der Hof befasst wurde, geht hervor, dass der vorlegende Richter der Auffassung ist, dass die Akte und Entscheidungen des Auditorats nicht Gegenstand der in Artikel 75 des GSWW vorgesehenen Beschwerde vor dem Appellationshof Brüssel sein könnten.