30. is van mening dat in het geval van overeenkomstig artikel 136 VWEU vastgestelde maatregelen, of van de totstandbrenging van een nauwere samenwerking, de asymmetrie die voortkomt uit de betrokkenheid van, enerzijds, de vertegenwoordigers van de lidstaten die de euro als munt hebben in de Raad (of van de vertegenwoordigers van de deelnemende landen) en, anderzijds, het Europees Parlement en de Commissie die alle burgers van de Unie vertegenwoordigen en het algemeen belang ervan bevorderen, volledig samenhangend is met de differentiatiebeginselen en de legitimiteit van die maatregelen niet beperkt maar juist vergroot;
30. ist der Auffassung, dass im Falle von gemäß Artikel 136 AEUV angenommenen Maßnahmen oder im Falle der Festlegung einer verstärkten Zusammenarbeit die Asymmetrie durch die Beteiligung von Vertretern der Mitgliedstaaten, deren Währung der Euro ist (oder Vertretern der teilnehmenden Staaten) im Rat auf der einen Seite und des Europäischen Parlaments und der Kommission als Vertretung aller Unionsbürger und der Förderung des allgemeinen Interesses auf der anderen Seite uneingeschränkt mit dem Grundsatz der Differenzierung kohärent ist und die Legitimation dieser Maßnahmen nicht verringert, sondern vielmehr erhöht;