Vroeger werden vrouwen op het vlak van pensioenen overigens begunstigd : een volledige loopbaan bedroeg voor hen 40 jaar (voor mannen : 45 jaar) en de wettelijke pensioenleeftijd lag op 60 jaar (voor mannen : 65 jaar).
In der Vergangenheit genossen die Frauen im Übrigen eine vorteilhaftere Pensionsregelung; um eine vollständige Laufbahn nachzuweisen, mussten sie 40 Jahre gearbeitet haben (gegenüber 45 Jahren für Männer), und das gesetzliche Pensionsalter war auf 60 Jahre festgelegt (für Männer 65 Jahre).