Een algemeen vermoeden van belastingfraude of -ontwijking volstaat dus niet als rechtvaardigingsgrond voor een fiscale maatregel die afbreuk doet aan de door het Verdrag nagestreefde doelstellingen (zie in die zin arrest van 28 oktober 2010, Etablissements Rimbaud, C-72/09, Jurispr. blz. I-10659, punt 34 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
Eine allgemeine Vermutung der Steuerflucht oder der Steuerhinterziehung genügt also nicht, um eine steuerliche Maßnahme zu rechtfertigen, die die Ziele des Vertrags beeinträchtigt (vgl. in diesem Sinne Urteil vom 28. Oktober 2010, Etablissements Rimbaud, C-72/09, Slg. 2010, I-10659, Randnr.