Voor de bepaling van de pensioenlast en de loonmassa, bedoeld in § 2, wordt rekening gehouden met de stijgingen van de pensioenlast en met de veranderingen van de loonmassa, die zich voordoen na de aansluiting en die het gevolg zijn van de toepassing van hoofdstuk VI van titel III van de programmawet van 22 december 1989 betreffende het vervroegd pensioen voor de personeelsleden van de gemeenten en van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die met hun voogdijoverheid een leningsovereenkomst hebben gesloten waaraan voorwaarden inzake financiële gezondmaking zijn gekoppeld.
Zur Bestimmung der Kosten der Pensionen und der Lohnmasse im Sinne von § 2 werden die Erhöhungen der Pensionskosten und die Schwankungen der Lohnmasse berücksichtigt, die nach dem Anschluss erfolgen und sich aus der Anwendung von Kapitel VI von Titel III des Programmgesetzes vom 22. Dezember 1989 über die Vorpension für die Personalmitglieder der Gemeinden und der öffentlichen Sozialhilfezentren, die mit ihrer Aufsichtsbehörde einen mit finanziellen Sanierungsmassnahmen verbundenen Darlehensvertrag geschlossen haben, ergeben.