4. Indien rente als omschreven in lid 1 wordt uitbetaald aan, of bijgeschreven op een rekening op naam van een entiteit als bedoeld in artikel 4, lid 2, en deze entiteit geen gebruik mag maken van de keuzemogelijkheid van artikel 4, lid 3, wordt de uitbetaalde of bijgeschreven rente aangemerkt als een door deze entiteit verrichte rentebetaling.
(4) Werden Zinsen im Sinne von Absatz 1 an eine Einrichtung im Sinne von Artikel 4 Absatz 2 gezahlt, der die Wahlmöglichkeit in Artikel 4 Absatz 3 nicht eingeräumt wurde, oder einem Konto einer solchen Einrichtung gutgeschrieben, so gelten sie als Zinszahlung durch diese Einrichtung.