Overwegende dat in artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 1100/68 van de Commissie van 26 juli 1968 tot vaststelling van uitvoeringsbe
palingen inzake het vooraf vaststellen van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelprodukten ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr .
2051/68 ( 4 ) , is bepaald dat het uitvoercertificaat geldig is vanaf de dag van afgifte tot en met het einde van de tweede of , voor bepaalde produkten , de vijfde maand volgende op die waarin het werd afgegeven ; dat op deze regel slech
ts een uit ...[+++]zondering wordt gemaakt voor de in artikel 4 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1096/68 bedoelde openbare inschrijvingen ;
Artikel 2 der Verordnung (EWG) Nr. 1100/68 der Kommission vom 26. Juli 1968 über Durchführungsvorschriften für die Voraussetzung der Erstattungen bei der Ausfuhr von Milch und Milcherzeugnissen (3), zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 2051/68 (4), sieht vor, daß die Ausfuhrlizenz vom Tage ihrer Ausstellung an bis zum Ablauf des zweiten, bei manchen Erzeugnissen des fünften, auf den Erteilungsmonat folgenden Monats gültig ist. Für diese Regel besteht lediglich im Fall von Ausschreibungen eine Ausnahme gemäß Artikel 4 Absatz 3 der Verordnung (EWG) Nr. 1096/68.