Uit de rechtspraak van het Hof volgt dat er uitzonderingen bestaan op de noodzaak van een voorafgaande kennisgeving van een maatregel tot bevriezing van tegoeden, in het bijzonder bij een aanvankelijk besluit tot bevriezing, wanneer dergelijke kennisgeving afbreuk doet aan de doeltreffendheid van die beperkende maatregelen (arrest van 3 september 2008, Kadi en Al Barakaat International Foundation/Raad en Commissie, C‑402/05 P en C‑415/05 P, Jurispr. blz. I‑6351, punten 339 tot en met 341).
Nach der Rechtsprechung des Gerichtshofs lasse die Notwendigkeit, eine Maßnahme des Einfrierens von Geldern im Voraus mitzuteilen, insbesondere dann Ausnahmen zu, wenn diese Mitteilung im Fall eines Ausgangsbeschlusses über ein solches Einfrieren der Wirksamkeit solcher restriktiven Maßnahmen schaden würde (Urteil vom 3. September 2008, Kadi und Al Barakaat International Foundation/Rat und Kommission, C‑402/05 P und C‑415/05 P, Slg. 2008, I‑6351, Randnrn. 339 bis 341).