Dit was vooral te danken aan drie factoren, namelijk het feit dat de stabielere dienstensector een groot deel van de werkgelegenheid voor zijn rekening neemt, de mogelijkheid om het aantal gewerkte uren in plaats van het aantal banen te verminderen dankzij de minder starre arbeidsovereenkomsten, en enige arbeidsoppotting omdat ervan werd uitgegaan dat de conjunctuurverzwakking beperkt zou uitvallen.
Dies lag an dem hohen Anteil der in dem stabileren Dienstleistungssektor Beschäftigten, der Möglichkeit, dank weniger starrer Verträge die Arbeitszeit statt der Arbeitsplätze zu reduzieren, und an einem gewissen Horten von Arbeitskräften, da mit einem milden Abschwung gerechnet wurde.