Hieruit volgt dat het feit dat een primair ingewijde die over voorwetenschap beschikt, een markttransactie verricht met de financiële instrumenten waarop deze informatie betrekking heeft, impliceert dat deze persoon van deze informatie „gebruikmaakt” in de zin van richtlijn 2003/6, onder voorbehoud van eerbiediging van de rechten van verdediging en inzonderheid van het recht om dat vermoeden te weerleggen.
Folglich impliziert die Tatsache, dass ein primärer Insider, der eine Insider-Information besitzt, auf dem Markt ein Geschäft mit Finanzinstrumenten tätigt, auf die sich diese Information bezieht, vorbehaltlich der Wahrung der Verteidigungsrechte und insbesondere des Rechts, diese Vermutung widerlegen zu können, die „Nutzung derselben“ durch diese Person im Sinne der Richtlinie 2003/6.