2. Een lidstaat die over een periode van zes maanden, in vergelijking met dezelfde periode van het voorgaande jaar of met de laatste zes maanden voor het ingaan van de vrijstelling van de visumplicht voor onderdanen van dat in bijlage II opgenomen derde land, wordt geconfronteerd met een of meer van de volgende omstandigheden die tot een noodsituatie leiden waarin hij zelf geen verbetering kan brengen, kan hiervan aan de Commissie kennis geven, met name een wezenlijke en plotselinge toename van:
(2) Ein Mitgliedstaat kann die Kommission informieren, wenn er über einen Zeitraum von sechs Monaten im Vergleich zum selben Zeitraum des Vorjahres oder zum letzten Sechsmonatszeitraum vor der Anwendung der Befreiung von der Visumpflicht für die Staatsangehörigen eines in Anhang II aufgeführten Drittlands mit einer oder mehreren der folgenden Gegebenheiten konfrontiert ist, die zu einer Notlage führen, die er allein nicht beheben kann, und zwar einem erheblichen und plötzlichen Anstieg der Zahl: