In de huidige situatie was de Groep artikel 29 in haar advies 6/2002 van 24 oktober 2002 van oordeel dat op toestemming niet kon worden vertrouwd en dat de uitzondering op de eis tot "passende bescherming" in artikel 26, lid 1, onder a), van de richtlijn ("de betrokkene heeft voor de voorgestelde doorgifte zijn ondubbelzinnige toestemming gegeven") dus geen juiste juridische oplossing bood.
In der jetzigen Situation vertrat die Arbeitsgruppe gemäß Artikel 29 in ihrer Stellungnahme 6/2002 vom 24. Oktober 2002 die Auffassung, dass man nicht auf eine Zustimmung vertrauen sollte und dass das Abweichen von dem in Artikel 26 Absatz 1 Buchstabe a) der Richtlinie ("die betroffene Person ohne jeden Zweifel ihre Einwilligung gegeben hat") genannten Gebot eines "angemessenen Schutzniveaus" daher keine solide rechtliche Lösung darstellte.