11. is van oordeel dat met het oog op de eerbiediging van fundamentele rechten zoals de vrijheid van meningsuiting en het recht op de persoonlijke levenssfeer, met volledige inachtneming van de
subsidiariteit, de voorgestelde overeenkomst niet mag voorzien in de zogenoemde „three strikes”-procedure , in volledige
overeenstemming met het besluit van het Parlement
over artikel 1, punt 1, onder b) in Richtlijn 2009/140/EG (houdende wijziging) dat voorziet in de invoeging van een nieuw lid 3 bis in artikel 1 van Richtlijn 2002/21/EG
over het punt van „three s
...[+++]trikes”; is van oordeel dat een overeenkomst in ieder geval een bepaling moet bevatten dat de toegang van een persoon tot het internet pas kan worden afgesloten na toetsing door een rechtbank; 11. vertritt die Auffassung, dass – in Übereinstimmung mit seinem Beschluss zu Artikel 1.1b der Änderungsrichtlinie 2009/140/EG und der darin enthaltenen Forderung, in Artikel 1 der Richt
linie 2002/21/EG einen neuen Absatz 3a zur Frage der Three-Strikes-Verfahren aufzunehmen – im Rahmen des geplanten Abkommens nicht die Möglichkeit bestehen darf, sogenannte Three-Strikes-Verfahren einzuführen, damit Grundrechte wie die Meinungsfreiheit und das Recht auf Schutz der Privatsphäre gewahrt werden und der Grundsatz der Subsidiarität uneingeschränkt respektiert wird; vertritt die Auffassung, dass jedes Abkommen die Regelung enthalten muss, das
...[+++]s das Sperren des Internetzugangs einer Person zuvor von einem Gericht geprüft werden muss;