Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 13 april 1995, dat die bepaling
in het Strafwetboek heeft ingevoerd, blijkt dat de wetgever, die zich baseert op de vroegere rechtspraak van het Hof van Cassatie (Cass., 27 januari 1964, Pas., 1964, I, 561; Cass., 16 december 1974, Pas., 1975, I, 418; Cass., 14 december 1959, Pas., 1960, I, 440; Cass., 21 november 1984, Pas., 1985, I, 365), hoofdzakelijk een abnormale huurprijs beoogde en dat hij niet het enkele begrip « nettowinst of belastbare winst » in aanmerking hee
ft genomen, maar de voorkeur ...[+++] heeft gegeven aan het begrip « profijt », een begrip dat ruimer is en door de rechter ten gronde moet worden aangevuld, dat verder reikt dan het fiscale begrip winst en duidelijk verwijst naar de financiële voordelen en de activa in het algemeen die worden verkregen door abnormale huurprijzen die worden opgelegd aan vreemdelingen of aan prostituees (Parl. St., Kamer, 1993-1994, nr. 1381/6, p. 16).Aus den Vorarbeiten zum Gesetz vom 13. April 1995, das diese Bestimmung in das Strafgesetzbuch eingeführt hat, geht hervor, dass der Gesetzgeber, ausgehend von der vorherigen Rechtsprechung des Kassationshofes (Kass., 27. Januar 1964, Pas., 1964, I, 561; Kass., 16. Dezember 1974, Pas., 1975, I, 418; Kass., 14. Dezember 1959, Pas., 1960, I, 440; Kass., 21. November 1984, Pas., 1985, I, 365) im Wesentlichen eine anormale Miete meinte und nicht nur den Begriff des « Nettogewinns oder besteuerbaren Ge
winns » gewählt, sondern den Begriff des « Profits » vorgezogen hat, der eine grössere Tragweite hat und vom Tatrichter zu ergänzen ist, der
...[+++] über den Steuerbegriff des Gewinns hinausgeht und eindeutig auf die finanziellen Vorteile sowie im allgemeinen die Aktiva verweist, die erzielt werden, weil Ausländern oder Prostituierten anormale Mieten auferlegt werden (Parl. Dok., Kammer, 1993-1994, Nr. 1381/6, S. 16).