8. Wanneer een toezichthoudende autoriteit niet binnen één maand op een verzoek van een andere toezichthoudende autoriteit reageert, is de verzoekende toezichthoudende autoriteit bevoegd om overeenkomstig artikel 51, lid 1, een voorlopige maatregel op het grondgebied van haar lidstaat te nemen en legt zij de aangelegenheid volgens de in artikel 57 bedoelde procedure voor aan het Europees Comité voor gegevensbescherming.
8. Wird eine ersuchte Aufsichtsbehörde nicht binnen eines Monats auf das Amtshilfeersuchen einer anderen Aufsichtsbehörde hin tätig, so ist die ersuchende Aufsichtsbehörde befugt, einstweilige Maßnahmen im Hoheitsgebiet ihres Mitgliedstaats gemäß Artikel 51 Absatz 1 zu ergreifen und die Angelegenheit dem Europäischen Datenschutzausschuss gemäß dem Verfahren von Artikel 57 vorzulegen.