Bijlage I bij die verordening bevat s
toffen waarvoor een maximumwaarde voor residuen is vastgesteld, bijlage II stoffen waarvoor vaststelling van een
maximumwaarde voor residuen niet nodig was, bijlage III s
toffen waarvoor een voorlopige maximumwaarde voor residuen is vastgesteld en bijlage IV stoffen waarvoor geen maximumwaarde voor residuen kon worden vastgesteld omdat residuen van die stoffen, ongeacht de maximumhoeveelheid erva
...[+++]n, gevaar opleveren voor de menselijke gezondheid.
In Anhang I wurden die Stoffe aufgeführt, für die Rückstandshöchstwerte festgelegt worden waren, in Anhang II die Stoffe, für die die Festlegung einer Rückstandshöchstmenge nicht erforderlich war, in Anhang III die Stoffe, für die eine vorläufige Rückstandshöchstmenge festgelegt worden war und in Anhang IV die Stoffe, für die keine Rückstandshöchstmengen festgelegt werden konnten, weil Rückstände dieser Stoffe ungeachtet eines Grenzwertes eine Gefahr für die menschliche Gesundheit darstellen.