(1) Mobiliteit in het onderwijs en de beroepsopleiding is onlosmakelijk verbonden met een van de door het Verdrag beschermde fundamentele vrijheden, namelijk het vrije verkeer van personen, en tevens een van de voornaamste doelstellingen van het werk van de Europese Unie op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding, uitgaande van gemeenschappelijke waarden alsmede van respect voor de verscheidenheid.
(1) Mobilität zu Zwecken der allgemeinen und beruflichen Bildung ist Teil des freien Personenverkehrs – eine der im Vertrag garantierten Grundfreiheiten – und eines der wichtigsten Ziele, das die Europäische Union im Bereich der allgemeinen und beruflichen Bildung verfolgt, wobei zum einen gemeinsame Werte und zum anderen die Achtung der Vielfalt die Grundlage bilden.