(a) de wetgeving van de lidstaat op het grondgebied waarvan hij woont, indien hij op dit grondgebied substantiële en de voornaamste werkzaamheden uitoefent;
(a) den Rechtsvorschriften des Mitgliedstaats, in dessen Gebiet sie wohnt, wenn sie dort eine wesentliche und wichtigste Beschäftigung ausübt;