Bij de opstelling van de voorontwerpen van begroting 2002 en 2003 had de Commissie geraamd dat de betaalbaarstelling van de op 31.12.2001 resterende vastleggingen na aftrek van ongeveer 10 % die later betaalbaar zou worden gesteld of zou worden geannuleerd, telkens voor de helft zou plaatsvinden in respectievelijk 2002 en 2003.
Bei der Erstellung der Haushaltsvorentwürfe 2002 und 2003 ist die Kommission davon ausgegangen, dass die am 31.12.2001 noch offenen Mittelbindungen jeweils zur Hälfte im Jahr 2002 und 2003 ausgezahlt werden, bis auf etwa 10 %, die später zur Auszahlung kommen oder für die eine Freigabe erfolgt.