2. Voor de toepassing van lid 1 komen de ontbrekende hoeveelheden die het gevolg zijn van de normale opslagverrichtingen, overeen met het verschil tussen de theoretische voorraad volgens een boekhoudkundige inventarisatie enerzijds, en de werkelijke voorraad zoals vastgesteld bij de in lid 1 bedoelde inventarisatie anderzijds, of met de boekhoudkundige voorraad die resteert wanneer de werkelijke voorraad van een pakhuis op is, zulks met inachtneming van de in bijlage IV bepaalde tolerantiegrenzen.
(2) Für die Anwendung von Absatz 1 sind die Fehlmengen, die bei normalen Lagerungsmaßnahmen eintreten, gleich dem Unterschied zwischen dem sich aus der Buchführung ergebenden Sollbestand einerseits und dem aufgrund der Bestandsaufnahme gemäß Absatz 1 festgestellten Istbestand bzw. dem vorhandenen Buchbestand nach Erschöpfung des Istbestandes einer Lagerstätte andererseits und unterliegen den Toleranzgrenzen gemäß Anhang IV.