(23) Ingeval daarvan een gegrond vermoeden bestaat, moeten dus de door de diensten van de Commissie aangestelde of gemachtigde personen, samen met de door de lidstaat aangewezen controle-instanties, de voorraden en documenten waarop de autoriteiten van de lidstaten zich beroepen, kunnen verifiëren.
(23) Diskrepanzen bzw. Irrtümer in den der Kommission übermittelten Statistiken sind möglich. Bedienstete oder Beauftragte der Kommissionsdienststellen sollten daher neben den prüfungsberechtigten Stellen der Mitgliedstaaten ebenfalls bei Vorliegen eines begründeten Verdachts die Möglichkeit haben, die Existenz der Vorräte sowie die von den Mitgliedstaaten vorgelegten Unterlagen zu überprüfen.