64. benadrukt het essentiële belang van een actieve deelname en bijdrage van het maatschappelijk middenveld aan bestuursprocessen en maatschappelijke hervormingen, waarbij men erkent dat vertegenwoordigers van vrouwen- en min
derhedengroepen bij zulke processen moeten worden bet
rokken, is er sterk voorstander van om het maatschappelijk middenveld nauwer bij deze processen te betrekken, zowel via een steeds toenemende hulpverlening als door sterker de nadruk te leggen op het opnemen van de standpunten van het maatschappelijk middenveld
...[+++]in de besluitvorming; juicht in dit verband alle EU-programma's toe die erop gericht zijn jonge afgestudeerden op te leiden en programma's voor studentenuitwisseling te vereenvoudigen voor burgers van derde landen, aangezien die een doeltreffende bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld; onderstreept de behoefte aan onafhankelijke structurele en financiële steun voor het maatschappelijk middenveld; is van mening dat, zoals in het geval van het UPE-proces binnen de VN-Commissie voor de rechten van de mens, lokale en internationale spelers uit het maatschappelijk middenveld betrokken moeten worden bij de ENB-voortgangsverslagen van de Commissie door afzonderlijk hun eigen beoordeling in te dienen die vervolgens bij deze verslagen wordt gevoegd; is ingenomen met de stappen die zijn ondernomen op weg naar de oprichting van de faciliteit voor het maatschappelijk middenveld en het Europees Fonds voor de Democratie, en verzoekt om daarvoor aanzienlijke middelen vrij te maken in het volgende meerjarig financieel kader; dringt erop aan dat in de toekomst het maatschappelijk middenveld in staat moet worden gesteld om rechtstreeks een bijdrage te leveren via een geïnstitutionaliseerd „controlemechanisme van het maatschappelijk middenveld”; 64. betont, dass die Zivilgesellschaft an Regierungsführungsprozessen und am gesellschaftlichen Wandel aktiv beteiligt werden muss, und erkennt an, dass auch Vertreter von Frauen- und Minderheitengruppen in diese Prozesse einzubinden sind; unterstützt nac
hdrücklich eine stärkere Zusammenarbeit mit der Zivilgesellschaft in diesen Prozessen, sowohl im Sinne einer umfangreicheren Öffentlichkeitsarbeit als auch einer stärkeren Berücksichtigung der Meinungen der Zivilgesellschaft in der Politik; begrüßt in diesem Zusammenhang alle EU-Programme, die darauf abzielen, junge Fachleute auszubilden und studentische Austauschprogramme für Staatsan
...[+++]gehörige von Drittländern zu vereinfachen, da diese effektiv zur Entwicklung der Zivilgesellschaft beitragen; unterstreicht, dass eine unabhängige strukturelle und finanzielle Unterstützung für die Zivilgesellschaft erforderlich ist; ist der Ansicht, dass wie bei dem Verfahren der allgemeinen regelmäßigen Überprüfung (UPR) innerhalb des Menschenrechtsrats der Vereinten Nationen Akteure der lokalen und internationalen Zivilgesellschaft in die ENP-Fortschrittsberichte der Kommission einbezogen werden sollten, indem sie separat ihre eigene Einschätzung abgeben, die diesen Berichten beigefügt wird; begrüßt die Schritte zur Einrichtung der Fazilität zur Förderung der Zivilgesellschaft (CSF) und des Europäischen Fonds für Demokratie und fordert, dass im kommenden mehrjährigen Finanzrahmen erhebliche Fördermittel für sie vorgesehen werden; besteht darauf, dass die Zivilgesellschaft in Zukunft so eingebunden wird, dass sie über einen institutionalisierten „Überwachungsmechanismus der Zivilgesellschaft“ einen unmittelbaren Beitrag leistet;