2. Uiterlijk op 31 december 2016 kan de Commissie, op basis van het in lid 1 genoemde tussentijdse voortgangsverslag en na raadpleging van het ESS-comité, het Europees Parlement en de Raad een voorstel voor verlenging van het programma voor de periode 2018-2020 voorleggen, met inachtneming van de verordening inzake het MFK voor 2014-2020.
(2) Auf der Grundlage des in Absatz 1 genannten Zwischenberichts über die Fortschritte kann die Kommission bis zum 31. Dezember 2016 und nach Anhörung des AESS dem Europäischen Parlament und dem Rat unter Einhaltung des MFR 2014 bis 2020 einen Vorschlag zur Verlängerung des Programms auf den Zeitraum 2018 bis 2020 vorlegen.