- het optreden van de nationale autoriteiten mag derhalve geen afbreuk doen aan de wezenlijke inhoud van de rechten van toelating, verblijf en vestiging van deze onderdanen, die verder aanspraak kunnen maken op uit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden voortvloeiende fundamentele rechten (zoals het recht op gezinsleven en op eigendom).
- Jedoch darf das Vorgehen der nationalen Behörden den Wesensgehalt des Einreise-, des Aufenthalts- und des Niederlassungsrechts dieser Staatsangehörigen nicht beeinträchtigen; außerdem stehen ihnen die Grundrechte (das Recht auf Achtung des Familienlebens und die Eigentumsgarantie) zu, die sich aus der Europäischen Konvention zum Schutz der Menschenrechte und Grundfreiheiten ergeben.