33. wijst nog eens op de noodzaak dat de lidstaten zich zoals beloofd sterk maken voor het bereiken van een blijvende vrede in Afrika als voorwaarde voor voedselzekerheid en daarom bijzondere prioriteit toekennen aan de bevordering van vrede; verzoekt de regeringen van het noordelijk en zuidelijk halfrond naar vreedzame oplossingen voor conflicten te streven en herhaalt dat de handel in wapens en antipersoonsmijnen een halt moet worden toegeroepen;
33. bekräftigt erneut, dass die Mitgliedstaaten ihre Verpflichtungen erfüllen müssen, als Voraussetzung für Nahrungsmittelsicherheit dauerhaften Frieden zu sichern und sie daher der Friedensförderung besonderen Vorrang einräumen müssen; fordert die Regierungen sowohl im Norden als auch im Süden auf, friedliche Konfliktlösungen anzustreben und wiederholt, dass dem illegalen Waffen- und Antipersonenminenhandel Einhalt geboten werden muss;