De verwijzende rechter verzoekt het Hof na te gaan of de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat zij enkel voorzag i
n een tijdelijke en voorwaardelijke vrijstelling van heffing voor de houders van zakelijke rechten van gebouwen en/of woningen die beschermd zijn als monument, terwijl overeenkomstig artikel 4, laatste lid, van het Decreet Bedrijfsruimten wordt voorzien in een definitieve vrijstelling van heffing voor de houders van zakelijke rechten van bedrijfsruimten die beschermd zijn als monument daar voormelde bedrijfsruimten niet worden opgenomen in de inventaris zonder toevoeging van bijko
...[+++]mende voorwaarden.Der vorlegende Richter ersucht den Gerichtshof zu prüfen, ob die fragliche Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße,
indem sie lediglich eine zeitweilige und bedingte Abgabenbefreiung für die Inhaber dinglicher Rechte an Gebäuden und/oder Wohnungen, die als Denkmal unter Schutz gestellt worden seien, vorgesehen habe, während gemäß Artikel 4 letzter Absatz des Dekrets über Gewerbebetriebsgelände eine endgültige Abgabenbefreiung für die Inhaber dinglicher Rechte an Gewerbebetriebsgeländen, die als Denkmal unter Schutz gestellt worden seien, vorgesehen sei, da die vorerwähnten Gewerbebetriebsgelände nicht ohne Hinzufüg
...[+++]ung zusätzlicher Bedingungen in das Inventar aufgenommen würden.