- de uitstoot van broeikasgassen moet met ten minste 20% worden verminderd ten opzichte van 1990, of met 30%, als aan de voorwaarden daarvoor[2] wordt voldaan; het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in ons energieverbruik moet worden opgevoerd tot 20% en onze energie-efficiëntie moet met 20% worden verbeterd.
- Verringerung der Treibhausgasemissionen, ausgehend vom Niveau des Jahres 1990, um mindestens 20 % bzw. um 30 %, sofern die Bedingungen[2] hierfür gegeben sind. Steigerung des Anteils erneuerbarer Energien an unserem Gesamtenergieverbrauch auf 20 % und Steigerung der Energieeffizienz um 20 %.